Aan de samenloop van de Kleine en Grote Nete bots je onvermijdelijk op een gezellig, groen provinciestadje: Lier. Waar denk jij spontaan aan bij het horen van ‘Lier’? Aan Pallieter en de Zimmertoren? Of ben je verlekkerd op de traditionele Lierse vlaaikes? Deze zoete zonde wordt gesmaakt door jong en oud. Maar laat dat niet de enige Lierse troef zijn die verschillende generaties naar de stad brengt.

Lier is een trekpleister voor ondernemers van uiteenlopende kalibers. Groot, klein, doorgewinterd of met groen achter de oren. Geen wonder dat de stad al in 2015 de titel van ‘Meest ondernemende stad van Vlaanderen’ droeg.

Duwijckpark: de eerstgeborene

Dat het in provincie Antwerpen soms vechten is voor industriegrond, is een wapenfeit. Om aan de grote vraag naar bedrijventerreinen tegemoet te komen, opende in 2017 regionaal industrieterrein Duwijckpark in Lier. Van de 15 beschikbare hectare kreeg zo'n 12,5 hectare een bestemming als bedrijfslocatie. Met productie, verwerking en recyclage van producten, bouwnijverheid en op- en overslag als voornaamste activiteiten.

Snelle opvolging verzekerd

Duwijck kreeg algauw een broertje: nog geen 5 jaar later zag Duwijckpark II het levenslicht. Een flinke opvolger, die met z’n 20 hectare nog meer bedrijven kan vestigen. De beschikbare percelen vlogen de spreekwoordelijke deur uit, waarop de lokale bestuursploeg gretig inspeelt. Een nieuw industrieterrein? We zijn in blijde verwachting.

Alle wegen leiden naar Lier

Mobiliteit is een brandend actueel topic. Zelfs het uitstekend bereikbare Lier ontkomt niet aan de verkeerschaos. Toch valt de situatie er, in vergelijking met andere Vlaamse steden, heel goed mee. Lier ligt in de buurt van Antwerpen en Mechelen en heeft uitvalswegen naar Brussel en Hasselt. De Duwijck-­industriezones grenzen aan de Antwerpsesteenweg, die voor een vlotte doorstroom naar de Scheldehaven zorgt. Bovendien investeerde Stad Lier de voorbije jaren in infrastructuur. Resultaat? Een mooie ring en een nog betere doorstroming.